Vijftig jaar onderzoek naar pesten
Wat heeft 50 jaar onderzoek naar pesten ons opgeleverd? Uiteraard zijn duizenden artikelen niet samen te vatten in een enkel blog, maar enkele opvallende bevindingen zijn zeker te delen.
Pesten is een vorm van agressie waarbij een sterkere dader herhaaldelijk en opzettelijk een slachtoffer treft. In 1970 begon Dan Olweus met een studie naar pesten. Dit onderzoek, dat in 1973 werd gepubliceerd, wordt nu vaak geciteerd als het startpunt van het wetenschappelijke onderzoek naar pesten. Ondertussen zijn er, 50 jaar later, duizenden onderzoeken gedaan naar pesten en de mogelijke gevolgen. Wat heeft 50 jaar onderzoek naar pesten ons opgeleverd? Uiteraard zijn duizenden artikelen niet samen te vatten in een enkel blog, maar enkele opvallende bevindingen zijn zeker te delen.
Waar het gaat om pesten, horen we nog steeds de misvatting dat mensen zich niet moeten aanstellen: schelden doet namelijk geen pijn. Soms is er ook nog sprake van “victim blaming” - ze vraagt er toch zelf om?
Een van de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek naar pesten gaat over de gevolgen. Pesten hangt samen met depressie, een lager zelfbeeld, angst, middelengebruik, het dragen van wapens, suïcidale gedachtes en zelfs suïcidepogingen met een ziekenhuisopname tot gevolg. Een studie van Takizawa en collega’s (2014) verduidelijkt dat de mogelijke gevolgen van pesten heel lang kunnen duren: slachtoffers die in hun schooltijd werden gepest, rapporteren tientallen jaren later nog steeds meer fysieke en psychische gezondheidsklachten dan schoolkinderen die niet gepest zijn.
Wereldwijd probleem
Pesten is een ernstig probleem, dat ook nog eens wereldwijd voorkomt. Aanvankelijk kwamen studies vooral uit de westerse wereld, maar nu laten studies zien dat pesten ook voorkomt in Afrika, Azië, Zuid Amerika en het Midden Oosten. De exacte prevalentie van pesten is afhankelijk van de leeftijdsgroep, de methode die gebruikt wordt om pesten te meten en het land waarin onderzoek gedaan wordt.
In een wereldwijde studie waaraan 317.869 jongeren tussen de 12 en 17 jaar deelnamen (Biswas et al., 2020), werd gevonden dat bijna 1 op de 3 jongeren in de afgelopen twee maanden weleens werd gepest. Kortom, het gaat om een probleem dat op grote schaal over de hele wereld voorkomt.
Belangrijke inzichten
Gelukkig heeft het onderzoek niet alleen geleid tot het inzicht dat pesten een heel serieus probleem is, maar heeft het ook mogelijkheden gegeven om pesten beter aan te pakken. Zo bleek bijvoorbeeld een aanpak die niet alleen gericht is op de pester en/of het slachtoffer maar op de hele klas, een effectieve manier om pesten te verminderen. Bovendien heeft zo'n groepsgerichte aanpak als voordeel dat pesten niet het probleem van het slachtoffer wordt gemaakt ("blaming the victim"). Wanneer er bijvoorbeeld wordt gekozen voor weerbaarheidstraining voor het slachtoffer, zeggen we dan eigenlijk niet dat het de verantwoordelijkheid is van het slachtoffer om niet gepest te worden?
Vijftig jaar onderzoek naar pesten heeft dus belangrijke inzichten opgeleverd over onder meer de prevalentie en de mogelijke gevolgen van pesten. Het onderzoek heeft gelukkig ook geresulteerd in werkzame interventies.
Verwachtingen
Wat kunnen we verwachten als er honderd jaar onderzoek naar pesten is gedaan? Hoewel we nu beter zijn in het verminderen en voorkomen van pesten zijn er nog steeds kinderen die worden gepest. We krijgen ook een steeds scherper inzicht in welke kinderen de grootste kansen hebben om te gaan pesten en welke slachtoffer gaan worden van pesten. Bovendien ontwikkelen we steeds beter aangescherpte ideeën over waarom kinderen pesten. Zulke inzichten kunnen de komende jaren hopelijk bijdragen aan de ontwikkeling van aanvullende of nieuwe middelen om pesten te voorkomen of te stoppen, met hopelijk als eindpunt een toekomst waarin geen enkel kind meer gepest wordt.
0 Comments