leidenpedagogiekblog

Dag 26. Grote zorgen

Dag 26. Grote zorgen

In een gezin heeft een kind de meeste kans op een gezonde en harmonieuze ontwikkeling. Ook het VN-Kinderrechtenverdrag benadrukt dat het gezin de beste plek is voor een kind om op te groeien.

In het verlengde hiervan onderstreept het verdrag dat ouders degenen zijn die de eerste verantwoordelijkheid hebben voor de opvoeding. Van de overheid mag worden verwacht dat zij ouders in hun rol en verantwoordelijkheid ondersteunen. Kinderrechten draaien dus in belangrijke mate om een veilige thuissituatie met als doel de positieve ontwikkeling van het kind te waarborgen. Dat de opvoeding ook door anderen dan de ouders, bijvoorbeeld door grootouders, gestalte kan worden gegeven is feit, maar ook dan geldt dat de belangen van het kind voldoende moeten worden beschermd. Anders rust op de overheid de verantwoordelijkheid om voor passende, alternatieve zorg te zorgen.

In Nederland kan dit betekenen dat de Raad voor de Kinderbescherming wordt ingeschakeld en een kind met machtiging van de kinderrechter onder toezicht stelt en, indien nodig, uit huis plaatst. Soms is sprake van een crisissituatie waarin snel moet worden gehandeld. Maar soms is het van belang om eerst goed onderzoek te doen, vooral ook om te beoordelen of een interventie in de vorm van een jeugdbeschermingsmaatregel wel nodig is en in verhouding staat tot de zorgen die er zijn. Het gaat immers om een aanzienlijke inbreuk op het gezinsleven, dat van zowel de ouders en als het kind. Dat dit in de praktijk tot netelige situaties kan leiden, laat het verhaal van vandaag zien.

Elf uur ’s avonds

Het is elf uur ’s avonds en een lokatieleider van een grote basisschool in de regio Den Haag wordt gebeld. Wie belt er nog zo laat? Een wanhopige moeder hangt aan de lijn. Het is mis tussen haar zoon en een andere leerling en de situatie dreigt uit de hand te lopen. Ze vertelt kort wat er speelt. Haar zoon wordt bedreigd door de andere leerling en ze is bang dat een confrontatie volgt. De moeder geeft aan niet te willen wachten en wil persoonlijk verhaal gaan halen. Dat er sprake is van een uiterst gespannen situatie ontgaat de lokatieleider niet. Hij besluit zijn directeur te bellen.

De lokatieleider overlegt met de directeur en samen adviseren ze de moeder om de politie te bellen. Ook besluiten zij zelf polshoogte te gaan nemen. Ze rijden naar het huis van de leerling van wie de dreiging uitgaat, een jongen uit groep 8. Het is inmiddels bijna middernacht.

Alle volwassenen ter plaatse zien, voelen, ruiken en snappen dat dit niet kan, dat dit niet goed is.

Grootvader

Aangekomen bij het huis van de jongen treffen ze een leerling aan die wordt opgevoed door zijn grootvader. Zijn eigen ouders kunnen niet voor hem zorgen. Opa heeft de verzorging en opvoeding op zich genomen. De jongen doet zelf open. Zijn grootvader is namelijk niet in staat om uit zijn stoel te komen.

De politie arriveert eveneens. Iedereen is het erover eens dat er sprake is van een zorgelijk situatie. Om een uur of half één moet iedereen weer weg en laten de directeur en de lokatieleider de leerling achter bij zijn grootvader. Ze zijn vertwijfeld. Alle volwassenen ter plaatse zien, voelen, ruiken en snappen dat dit niet kan, dat dit niet goed is. De politie geeft echter aan dat ze niet zomaar kunnen interveniëren, ondanks de grote zorgen. Zeker nu blijkt dat de Raad voor de Kinderbescherming al is ingeschakeld en een onderzoek uitvoert. De jongen is bekend bij de jeugdhulpverlening.

Drie maanden

De lokatieleider praat de moeder die eerder belde bij en vraagt haar de rust te bewaren. Ook proberen ze haar gerust te stellen door haar zoon de komende tijd goed in de gaten te houden. Uiteindelijk duurt het nog drie maanden voordat de jongen bij zijn grootvader wordt weggehaald en naar een opvangplek wordt gebracht.

0 Comments

Add a comment